LNV legt aardappeltelers maatregelen op, waarvan effectiviteit niet is bewezen

Het ministerie van Landbouw legt akkerbouwers drie maatregelen op, waaruit zij een keuze moeten maken, zonder dat de effectiviteit van die maatregelen is bewezen. Het gaat om maatregelen die moeten voorkomen dat meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen van aardappelruggen afspoelen naar het slootwater, door een regenbui.  

Op 29 december 2020 publiceerde het ministerie van Landbouw het wijzigingsbesluit voor het gebruik van meststoffen. Aanleiding is het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn, dat moet voorkómen dat er met een flinke regenbui meststof en gewasbeschermingsmiddel wegspoelt naar het oppervlaktewater. Voor aardappeltelers geldt sinds 2021 de volgende wetgeving:   

“…Indien een perceel bouwland gelegen op klei- of lössgrond dat grenst aan een watergang wordt gebruikt voor een ruggenteelt gaat dit gepaard met één of meer van onderstaande maatregelen:

a. er zijn drempels tussen de ruggen van minimaal 5 centimeter hoog, op gelijke afstand van ten hoogste 2 meter van elkaar over het gehele perceel aangebracht, uitgezonderd de tijdelijke situatie dat de afwezigheid van drempels wordt gerechtvaardigd door dreigende gewasschade vanwege extreme weersomstandigheden;

b. er zijn greppels aangebracht die in niet-extreme weersomstandigheden het water tegenhouden van het gehele perceel en bij deze omstandigheden niet op een watergang afwateren; of

c. langs de watergang grenzend aan het desbetreffende perceel is een onbeteelde en onbemeste zone aangelegd van minimaal 3 meter breed….”

Effectiviteit maatregelen niet bewezen

De maatregelen die het ministerie heeft voorgeschreven, komen van de zogenaamde BOOT-lijst (BOOT staat voor Bestuurlijk Overleg Open Teelten) van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Wageningen Plant Research, Louis Bolk Instituut, Nutriënten Management Instituut, Wageningen Environmental Research en Deltares onderzochten de effectiviteit van de maatregelen op de BOOT-lijst. Daaruit blijkt dat de effectiviteit van het keuzemenu dat de overheid nu bij wet oplegt aan aardappeltelers, niet bewezen is. Het aanleggen van drempels tussen aardappelruggen (optie a) is alleen onderzocht voor hellende, erosiegevoelige gebieden. Voor andere gebieden, zoals klei, is het effect niet bekend. Optie 2, het aanleggen van greppels (natte bufferstroken) is alleen onderzocht op een locatie in Noord-Brabant en een locatie in Overijssel. Het effect is locatie-specifiek, voor de meeste gebieden is niet bekend wat de maatregel kan opleveren. En de effectiviteit van optie c (droge bufferstrook) hangt af van een reeks van omstandigheden en als de gebruiksnormen gelijk blijven, dan is het effect minimaal voor nitraat en voor fosfaat is het effect meestal zeer klein.

Kwestie voorgelegd aan LNV

STAF heeft deze kwestie op 11 januari onder de aandacht gebracht van het ministerie van LNV. Met de vraag waarom het ministerie kiest voor maatregelen waarvan de effectiviteit niet vaststaat. Ondanks herhaald verzoek, is tot nu toe geen antwoord ontvangen van het ministerie van LNV.

(Foto: Shutterstock).

Deel via:

10 tekortkomingen in het Nederlandse stikstofbeleid

1. Het stikstofbeleid stuurt op een middel (rekenmodel Aerius) in plaats van op het doel: goede staat van instandhouding van de natuur.

2. De overheid heeft niet onderzocht of de investering van 5 miljard euro voor stikstofmaatregelen leidt tot een verbetering van de natuurkwaliteit. Het is goed denkbaar dat deze investering niet leidt tot een betere natuurkwaliteit.

3. De natuurwetgeving in Nederland is zodanig complex gemaakt, dat de overheid al jaren niet in staat blijkt te zorgen voor een deugdelijk juridisch kader. Bedrijven worden daar keer op keer de dupe van, doordat wetgeving en vergunningen juridisch niet houdbaar blijken. 

4. Stikstofmodel Aerius is nooit gevalideerd met metingen in de praktijk over de neerslag (depositie) van stikstof op natuurgebieden. Dit heeft als gevolg dat de onzekerheden groot zijn, en het model voortdurend wordt bijgesteld. Met telkens andere uitkomsten als gevolg.

5. De Commissie Meten en Berekenen Stikstof oordeelde in juni 2020 dat rekenmodel Aerius niet doelgeschikt is voor het stikstofbeleid. Aerius rekent op hexagoon-niveau, dat geeft onzekerheden die zodanig groot zijn, dat de uitkomsten per definitie onbetrouwbaar zijn.

6. Doordat Aerius ongeschikt is voor berekeningen op hexagoon-niveau, zijn de effecten van maatregelen die hier tóch gebruik van maken, onbetrouwbaar. Het gaat dan met name om de vergunningverlening en extern salderen.  

7. Het stikstofbeleid is niet controleerbaar. De natuurkaarten waar het stikstofbeleid mee werkt, zijn niet inzichtelijk. De onderbouwing van de natuurmonitoring (natuurkwaliteit) is niet beschikbaar en derhalve niet controleerbaar. Met name provincies laten hier steken vallen. 

8. De Kritische Depositie Waarden die toegekend zijn aan habitats, staan al decennia ter discussie. Maar worden door de overheid steeds buiten reviews van onderzoekscommissies gehouden.

9. De stikstofdoelen die Nederland stelt aan natuurgebieden, zijn voor een derde van de gebieden per definitie niet haalbaar. Ook bij een leeg Nederland worden deze doelen nog niet gehaald. Een overheid mag geen onhaalbare doelen stellen.

10. Europa onderscheidt 14 factoren die de staat van de natuur kunnen aantasten: landbouw, mensen/toeristen, waterwinning, natuurlijke processen, ziekten en plagen, etc. Nederland kent geen gewicht toe aan de invloed van de individuele factoren op de verschillende gebieden. Daardoor is onbekend hoe groot de rol van stikstof is in het hele palet van factoren.

Foto: Herstellende hoogvenen en actief hoogveen in Korenburgerveen (Gld).

.

Deel via:

Gelderland creëert piekbelasters door nieuwe natuur tegen bedrijven aan te plussen

In Gelderland is een serie piekbelasters ontstaan, doordat de Provincie nieuwe natuurontwikkeling tegen bedrijven aan, heeft ingetekend. De Provincie heeft bovendien gekozen voor de ontwikkeling van stikstofgevoelige natuur en deze ook al ingetekend op de habitatkaart in Aerius, waardoor deze natuur meetelt voor het stikstofbeleid. Gevolg is dat betreffende bedrijven nu als forse piekbelaster uit de Aerius Aankoopcalculator rollen. De Rijksoverheid gebruikt de Aankoopcalculator om te bepalen welke bedrijven piekbelaster zijn en voor opkoop in aanmerking komen.

Op 13 september 2017 stellen Provinciale Staten Gelderland het actualisatieplan voor nieuw te realiseren natuur vast. Er worden zoekgebieden aangewezen van in totaal 7.300 hectare, voor de realisatie van 5.300 hectare nieuwe natuur (bron: Provincie Gelderland). De provincie heeft gekozen voor de ontwikkeling van stikstofgevoelige natuur en de locaties van de beoogde gebieden (zoekgebieden) alvast ingetekend op de habitatkaart in Aerius. Deze tellen dus al mee voor het stikstofbeleid. Opvallend is dat deze gebieden niet zijn in te zien met Aerius Monitor, de tool die de overheid beschikbaar heeft gesteld voor het publiek en waarmee per regio kan worden bekeken waar stikstofgevoelige natuur staat ingetekend.  

Met name in de Rijntakken (uiterwaarden van de grote rivieren) zijn talrijke zoekgebiedjes voor stikstofgevoelige natuur ingetekend, bij elkaar naar schatting 5000 hectare. Deze gebiedjes zijn geregeld zowat tegen bedrijven aan, ingetekend: de stikstofgevoelige natuur en een deel van het bedrijf liggen in hetzelfde hexagoon. Aerius Aankoopcalculator berekent voor deze bedrijven een enorme piekbelasting. Wanneer de Provincie voor haar natuurontwikkeling een afstand van 100 meter had aangehouden tot deze bedrijven, dan was de piekbelasting de helft minder. Bij 250 meter is dat 65 procent.

(Foto bij dit bericht: Shutterstock)

Deel via:

STAF start onderzoek naar relatie uitkomsten stikstofrekenmodel en natuurkwaliteit

Het doel van het Europese natuurbeleid is een goede staat van instandhouding. In Nederland voert, zoals we allemaal weten, stikstof de boventoon. De overheid voert haar natuurbeleid in belangrijke mate op de uitkomsten van stikstofmodel Aerius. Maar halen we hiermee wel de instandhoudingsdoelen? En hoe werken vergelijkbare buitenlandse regio’s als Nederland aan de instandhoudingsdoelstellingen? Vragen die STAF de komende tijd geïntegreerd wil beantwoorden. Aan het onderzoek werken interne en externe onderzoekers mee.

Nederland stelde in december nieuwe natuurdoelen vast: In 2025 moet de stikstofdepositie in 40 procent van de natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde liggen. In 2030 moet dat in 50 procent van de natuurgebieden zo zijn. Een opmerkelijke doelstelling, aangezien deze theoretische berekeningen los lijken te staan van de werkelijke natuurkwaliteit. Het onderzoek Stikstof & Natuurkwaliteit behelst drie vragen.

Onderzoeksvragen

  1. Wat is de kritische depositiewaarde voor stikstof voor stikstofgevoelige habitats, onder Nederlandse praktijkomstandigheden? En is die KDW per habitattype voor alle gebieden gelijk, of verschilt die van gebied tot gebied?
  2. In hoeverre geven de uitkomsten van de Aerius-berekeningen een juist beeld van de werkelijke staat van instandhouding van de natuur? M.a.w. is Aerius een geschikt instrument om mee te sturen op de Europese instandhoudingsdoelstellingen?
  3. Welke maatschappelijke kosten moeten worden gemaakt, voor welke baten t.a.v. de instandhoudingsdoelstellingen?

De eerste bevindingen zijn te lezen in de nieuwsbrief Onderzoek Stikstof & Natuurkwaliteit, december 2020.

Foto: Natura 2000 gebied Korenburgerveen (hoogveen) in Gelderland.

Deel via:

Albert Heijn gaat foute namen vega-producten aanpassen

Albert Heijn zegt toe de benamingen ‘plantaardige kaas’ en ‘havermelk’ uit haar communicatie te verwijderen. Het is namelijk wettelijk niet toegestaan om vega-producten waarin geen zuivel is verwerkt, te duiden als ‘kaas’ of ‘melk’. STAF attendeerde de grootgrutter hierop.

Fabrikanten van vega-producten geven hun product nogal eens de naam van een dierlijke tegenhanger. STAF zocht uit welke namen wel en niet mogen voor vega-producten. Het gebruik van zuivelnamen voor vega-producten is verboden. De benamingen room, kaas, yoghurt en boter zijn exclusief voor producten waarin zuivel is verwerkt. Vleesnamen mogen doorgaans wel gegeven worden aan vega-producten, het is echter mogelijk om dit via nationale wetgeving te verbieden. Dat is bijvoorbeeld in Frankrijk het geval.

Albert Heijn laat in antwoord op de brief van STAF het volgende weten: “Wij hebben de noemer ‘plantaardige kaas’ inmiddels aangepast. Ook het gebruik van ‘havermelk’ in plaats van haverdrink is uiteraard niet de bedoeling. Ook deze term op de betreffende Allerhande pagina zal worden aangepast naar ‘haverdrink’.”

STAF sprak in de afgelopen weken meer fabrikanten van vega-producten aan op het gebruik van zuivelnamen voor hun product.

Bronnen

De regelgeving voor productnamen is te vinden in het Warenwetbesluit Zuivel BWBR0006982 (wetten.overheid.nl/BWBR0006982/2016-12-22). De uitspraak van het Europese Hof van Justitie over de naamgeving (2017) is hier na te lezen: eurowet.nl/nieuws/zuivelbenamingen-mogen-niet-op-plantaardige-producten-staan.html

Deel via:

Boeren verbijsterd: ‘ons land blijkt ingetekend als stikstofgevoelige natuur’

Deze week bracht STAF naar buiten dat sinds 1 september 2017 in totaal zo’n 80.000 ha stikstofgevoelige natuur werd toegevoegd in Aerius. Dit gebeurde buiten het zicht van belanghebbenden. Verschillende boeren checkten voor de zekerheid de habitatkaart in Aerius en zagen soms tot hun verbijstering dat het eigen land is ingekleurd als ‘stikstofgevoelige natuur’.

Zowel bij STAF als bij Stikstofclaim komen sinds de publicatie mails en telefoontjes binnen van boeren die zagen dat hun eigen land in Aerius is ingetekend als ‘stikstofgevoelige natuur’. Het gaat om boeren met landerijen in Vogelrichtlijngebieden, zoals in de uiterwaarden en in gebieden met een ‘weidevogelpakket’. Doordat de eigen landerijen zijn ingetekend als stikstofgevoelig, zijn sommige boerderijen opeens piekbelaster geworden voor de stikstofregelgeving. Alle boeren meldden dat het bijtekenen van stikstofgevoelige natuur op hun grond, buiten hun medeweten is gebeurd.

Gevoelige natuur schuift op naar bedrijven

Verder is een aantal berichten binnengekomen van boeren die hebben gezien dat veel stikstofgevoelige hexagonen zijn ingetekend in Aerius, vlakbij hun bedrijf. Omdat de afstand tussen stikstofgevoelige natuur en bedrijf hierdoor kleiner is geworden, neemt de impact van de stikstofregelgeving voor deze bedrijven toe. Ook hier zijn piekbelasters ontstaan. Alle boeren geven aan door niemand op de hoogte te zijn gebracht van het ‘bijplussen’ van stikstofgevoelige natuur nabij hun bedrijf.

Deel via:

IPO en Provincie Gelderland draaien om hete stikstofbrij heen

Vandaag kwam het Interprovinciaal Overleg (IPO) met een reactie op de STAF-analyse ‘Veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend in rekenmodel Aerius‘. Volgens IPO wordt er geen stikstofgevoelig habitat ‘bijgeplust’ maar gaat het om ‘aanpassingen’.

Feit is dat tussen 2017 en 2020 in totaal 80.000 hectare stikstofgevoelige natuur is toegevoegd aan de habitatkaart in Aerius. Volgens het IPO is er juist sprake van een afname, het IPO beschouwt dan ook niet de afgelopen vijf jaar, zoals STAF. Maar kiest slechts één jaar. Terwijl ook in dit jaar duizenden hectares stikstofgevoelige natuur werden bijgetekend in de provincie Gelderland.

Het bijtekenen van zoveel stikstofgevoelige natuur heeft direct consequenties voor belanghebbenden. Ook Provincie Gelderland kwam met een reactie. IPO en Provincie Gelderland gaan voorbij aan het punt dat STAF maakt. Nog steeds zijn er geen stukken overlegd aan STAF, waaruit blijkt dat er sprake is van een democratische procedure, met inspraak voor belanghebbenden.

Verder is er wel degelijk sprake van het aanwijzen van nieuwe stikstofgevoelige gebieden. En wel zoveel hectares, waardoor het areaal stikstofgevoelige natuur in vijf jaar tijd bijna verdubbelde. De Provincie Gelderland heeft tot nu toe geen stuk kunnen overleggen waaruit een impactanalyse blijkt voor de omgeving. Ook werd nog geen stuk overlegd waaruit een democratische besluitvorming blijkt, met inspraakmogelijkheid voor belanghebbenden.

Lees hier de reactie van IPO.

Deel via:

Veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend in rekenmodel Aerius

In de afgelopen vijf jaar werd veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend op de natuurkaart in rekenmodel Aerius. Tijdens de zoektocht naar antwoorden werd duidelijk dat transparantie ontbreekt, en er een werkwijze wordt gehanteerd waarbij inspraak door belanghebbenden niet mogelijk is.

Op de zogenaamde habitatkaart van stikstofmodel Aerius blijken in de afgelopen vijf jaar zo’n 80.000 hectares met stikstofgevoelige natuur te zijn bijgetekend in de Natura 2000 gebieden. Dit gebeurde buiten het zicht van belanghebbenden rondom die natuurgebieden. Het totale areaal aan stikstofgevoelige natuur in Aerius komt daarmee op zo’n 200.000 hectare. Het bijtekenen van extra hectares met stikstofgevoelige natuur vond vooral plaats in de provincie Gelderland, maar ook in Overijssel, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg.

Lees ook de column van STAF-voorzitter Jaap Haanstra op Boerenbusiness.

Deel via:

Jan Cees Vogelaar legt adviseursrol STAF neer

Jan Cees Vogelaar heeft vanavond zijn adviseursrol bij STAF neergelegd. Dit nadat bekend is geworden dat hij plek 9 heeft gekregen op de kieslijst van Forum voor Democratie, voor de Tweede Kamerverkiezingen 2021. Zijn verklaring kunt u hieronder downloaden.

Voorzitter Jaap Haanstra spreekt van een aderlating. Vogelaar is een van de initiatiefnemers van STAF en zijn bijdrage aan de realisatie van deze organisatie is groot. Namens het voltallige team wenst hij Vogelaar alle succes toe in de aanloop naar de verkiezingen en daarna wellicht in de Tweede Kamer.

Deel via:

Minister Schouten blijft stikstofbeleid ophangen aan één rekenmodel

Gebruik meer modellen naast elkaar, in plaats van één model. Het stikstofbeleid is te complex en de onzekerheden in de individuele modellen zijn te groot, om het beleid op te hangen aan één model.’ Dit is samengevat een belangrijk advies van de Adviescommissie Meten en Berekenen Stikstof (Commissie Hordijk, juni 2020). Deze Adviescommissie toetste in opdracht van minister Schouten het stikstofmodel, waarop Nederland haar stikstofbeleid baseert. Gisteren presenteerde minister Schouten de uitwerking van de stikstofmaatregelen van het kabinet, waarbij alle doorrekeningen wederom plaatsvonden met één model: Aerius (OPS).

Het Europese stikstofbeleid wordt gebaseerd op een combinatie van de modellen Lotos-Euros en Emep. Schouten kreeg van de Commissie Hordijk het advies haar beleid ook met deze modellen door te rekenen. De maatregelen tot 2030 blijken echter uitsluitend te zijn doorgerekend met Aerius/OPS, een model dat alleen in Nederland wordt gebruikt.

Ander model, andere uitkomsten

Alle stikstofmodellen kennen relatief grote onzekerheden. En ieder model heeft zijn eigen sterke, maar ook zwakke punten. Door meerdere modellen naast elkaar te gebruiken, komen de onzekerheden in beeld en kunnen de effecten van stikstofmaatregelen beter worden voorspeld. Ter vergelijking: voor het voorspellen van het weer worden meerdere modellen tegelijkertijd gebruikt. Het ene model is bijvoorbeeld goed in het voorspellen van regen, het andere model in het voorspellen van de temperatuur.

STAF heeft al meermalen aan het ministerie van Landbouw gevraagd of de beleidsmaatregelen ook doorgerekend gaan worden met het Europese beleidsmodel (Lotos-Euros / Emep), zoals de Commissie Hordijk adviseert. Een antwoord blijft tot nu toe uit.

Om te laten zien tot welke verschillen individuele modellen leiden, heeft STAF een vergelijking gemaakt tussen de uitkomsten van Aerius/OPS (Nederland) en Lotos-Euros/Emep (Europees beleidsmodel). Met dank aan TNO voor het aanreiken van gegevens. Wanneer LNV enkel het Europese model Lotos-Euros/Emep zou gebruiken, dan is de doelstelling voor 2030 voor de landbouw al behaald.

Deel via: