Het doel van het Europese natuurbeleid is een goede staat van instandhouding. In Nederland voert, zoals we allemaal weten, stikstof de boventoon. De overheid voert haar natuurbeleid in belangrijke mate op de uitkomsten van stikstofmodel Aerius. Maar halen we hiermee wel de instandhoudingsdoelen? En hoe werken vergelijkbare buitenlandse regio’s als Nederland aan de instandhoudingsdoelstellingen? Vragen die STAF de komende tijd geïntegreerd wil beantwoorden. Aan het onderzoek werken interne en externe onderzoekers mee.

Nederland stelde in december nieuwe natuurdoelen vast: In 2025 moet de stikstofdepositie in 40 procent van de natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde liggen. In 2030 moet dat in 50 procent van de natuurgebieden zo zijn. Een opmerkelijke doelstelling, aangezien deze theoretische berekeningen los lijken te staan van de werkelijke natuurkwaliteit. Het onderzoek Stikstof & Natuurkwaliteit behelst drie vragen.

Onderzoeksvragen

  1. Wat is de kritische depositiewaarde voor stikstof voor stikstofgevoelige habitats, onder Nederlandse praktijkomstandigheden? En is die KDW per habitattype voor alle gebieden gelijk, of verschilt die van gebied tot gebied?
  2. In hoeverre geven de uitkomsten van de Aerius-berekeningen een juist beeld van de werkelijke staat van instandhouding van de natuur? M.a.w. is Aerius een geschikt instrument om mee te sturen op de Europese instandhoudingsdoelstellingen?
  3. Welke maatschappelijke kosten moeten worden gemaakt, voor welke baten t.a.v. de instandhoudingsdoelstellingen?

De eerste bevindingen zijn te lezen in de nieuwsbrief Onderzoek Stikstof & Natuurkwaliteit, december 2020.

Foto: Natura 2000 gebied Korenburgerveen (hoogveen) in Gelderland.

Deel via: