Provincies streven hun eigen natuurdoelen na, die verder gaan dan de Habitatrichtlijn. Provincies hebben ervoor gekozen de natuurkwaliteit te bepalen op basis van het aantal typische soorten in het gebied. Hoe meer soorten, hoe hoger de score op natuurkwaliteit. De Habitatrichtlijn spreekt over behoud van soorten. De Europese Commissie geeft desgevraagd aan dat het streven naar meer soorten een Nederlandse keuze is.

Provincies werken in hun N2000-gebieden met lijsten met gewenste typische soorten planten, mossen, vlinders, vogels enz. Als meer dan 60% van de soorten op de lijst aanwezig is, dan is de natuurkwaliteit ‘goed’. Zijn het er minder dan 20%, dan is de natuurkwaliteit ‘slecht’. Daartussenin is de natuurkwaliteit matig. Dit staat in de nieuwe beoordelingsmaatlat van provincies. Provincies stimuleren hiermee het bijplussen van soorten, om een goede natuurkwaliteit te scoren. 
STAF heeft deze systematiek voorgelegd aan de Europese Commissie. Deze geeft aan dat (her)introductie van soorten geen doel is van de Habitatrichtlijn. Dit is een Nederlandse keuze. Bij de Habitatrichtlijn gaat het om behoud van soorten.

Lees het artikel op de website:

Deel via: