Juffen en meesters ervaren ook fouten in schoolboeken

Niet alleen boeren, tuinders en vissers constateren dat er fouten in lesboeken zitten, ook de leerkrachten van het basisonderwijs lopen hier tegenaan. Ruim 90 procent van de leerkrachten zegt af en toe of vaker onjuiste informatie tegen te komen in het lesmateriaal. Geregeld gaat het om verouderde informatie. Dat blijkt uit een enquête onder leerkrachten, die door STAF wordt uitgevoerd.

STAF wil vooral weten in welke mate leerkrachten de lesstof volgen, of dat zij ruimte nemen voor een eigen invulling. De eerste uitkomsten van de enquête onder leerkrachten zullen op zaterdag 29 juni bekend worden gemaakt.

Jury toetst bijna 200 lesboeken op 29 juni

Momenteel buigt een jury zich over de passages over landbouw, tuinbouw en visserij in bijna 200 schoolboeken voor het basisonderwijs. Op zaterdag 29 juni zal een jury onder leiding van prof.dr. Aalt Dijkhuizen zich uitspreken over de juistheid en neutraliteit van het lesmateriaal over de voedselproductie in Nederland. Meer informatie over deze bijeenkomst, de lesboekentoetsing en de samenstelling van de jury, vindt u hier.

Deel via:

Uitkomsten toetsing schoolboeken basisonderwijs op 29 juni bekend gemaakt

Een deskundigenjury onder leiding van prof.dr. Aalt Dijkhuizen, zal op zaterdag 29 juni bekend maken hoe het gesteld is met de kwaliteit van de lesstof over landbouw en visserij in het basisonderwijs. Stichting Agri Facts en visserijorganisatie Eendracht Maakt Kracht (EMK) lieten bijna 200 les- en werkboeken die momenteel worden gebruikt in het basisonderwijs, toetsen op juistheid van de informatie. Dit vanwege de voortdurende klachten die beide organisaties ontvangen over fouten in de lesstof. Op 15 juni werden alle passages over de landbouw, tuinbouw en visserij in de lesboeken uitgeselecteerd door een leesteam van 20 mensen. De jury zal zich over de passages uitspreken.

Tijdens de voorscreening op 15 juni werd duidelijk dat in het merendeel van de lesboeken minimaal één en soms talrijke bedenkelijke passages over de landbouw en visserij staan vermeld. De al lang verboden legbatterij voor legkippen duikt links en rechts weer op, net als de voerligbox voor varkens. De besluiten om beide leefkooien te verbieden, dateren uit 1999 respectievelijk 1998.  Ook vermeldt een aantal boeken dat boeren in ons land veel bos kappen voor akkers. En dat naarmate de stallen groter zijn, er minder ruimte is per dier.

In een van de boeken staat een wel erg vreemde constatering. Het zou steeds moeilijker worden om schoon drinkwater te winnen uit de bodem doordat vaten met gif in de grond zijn weggewerkt; deze zijn gaan lekken en vervuilen het grondwater.  Op de bijbehorende illustratie is te zien hoe de gifvaten zijn weggestopt in een landbouwakker.

Alle passages over landbouw, tuinbouw en visserij die in de boeken werden aangetroffen, zijn ingescand en afgeleverd bij de juryleden.

Over de jury

Op 29 juni gaat de jury in beraad over de kwaliteit van de lesstof. Dit betreft een besloten zitting. Direct na de zitting zal de jury zich uitspreken over de kwaliteit van de lesstof. De jury staat onder leiding van prof.dr. Aalt Dijkhuizen, voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen UR en thans voorzitter van de Topsector Agri&Food. Hij wordt bijgestaan door mensen vanuit het (basis)onderwijs, de landbouw en visserij. De samenstelling van de hoofd- en vakjury vindt u hier:

Prijs voor het beste schoolboek

De jury kijkt niet alleen naar onjuiste informatie en framing in lesboeken, maar ook naar correcte, eerlijke informatie. Er wordt een geldprijs beschikbaar gesteld voor de auteurs van het beste schoolboek.

Persconferentie 29 juni in Bunnik

Datum: zaterdag 29 juni 2019, aanvang 15.15 uur (ontvangst vanaf 14.45 uur). Locatie: De Landgoederij, Camminghalaan 30, 3981 GH Bunnik. Aanmelden wordt op prijs gesteld (info@stichtingagrifacts.nl).

Deel via:

Nationale toetsing lesmateriaal basisonderwijs

Stichting Agri Facts ontvangt veel klachten over fouten in lesboeken van schoolkinderen. Deze maand zullen bijna 200 les- en werkboeken die gebruikt worden in het basisonderwijs, worden getoetst op correcte informatie over de landbouw en visserij. Geïnteresseerden kunnen meedoen aan de voorscreening op zaterdag 15 juni.

Aanmelden voorscreening op zaterdag 15 juni

Op zaterdag 15 juni zullen vrijwilligers bijna 200 schoolboeken die in omloop zijn, screenen op informatie over landbouw, tuinbouw en visserij. Deze voorscreening vindt plaats in vergader- en congrescentrum De Schakel, Oranjelaan 10 in Nijkerk, van 9.30 – 15.00 uur. Eten, drinken en reiskostenvergoeding zijn inbegrepen.

STAF zoekt nog een aantal deelnemers aan deze voorscreening. Aanmelden kan door een mail te sturen naar info@stichtingagrifacts.nl. Wij nemen dan contact met u op.

Oordeel over kwaliteit lesmateriaal op 29 juni

Op zaterdag 29 juni zal een deskundige jury onder leiding van prof. dr. Aalt Dijkhuizen, voorzitter Topteam Agri & Food, zich uitspreken over de kwaliteit van de informatie over landbouw en visserij in het lesmateriaal van het basisonderwijs. SP-Tweede Kamerlid Frank Futselaar (portefeuilles onderwijs en landbouw) maakt ook deel uit van de jury. De namen van de andere juryleden volgen. De uitkomsten van de toetsing zullen aan het einde van de dag worden gedeeld met het publiek en de media. Deelnemers aan de voorscreening worden van harte uitgenodigd hierbij te zijn.

Meer informatie over 29 juni en de samenstelling van de jury volgt spoedig op deze website.

Deel via:

Bijen op het boerenland doen het beter

Op 4 juni 2019 bood Jaap Haanstra, vice-voorzitter STAF, leden van de vaste Kamercommissie Landbouw een petitie aan en een bijenkorf. Haanstra vroeg aandacht voor eerlijke feiten in de discussie over neonics en Nederlandse bijen- en hommelsoorten. Daarbij hoopt hij dat Kamerleden niet alleen praten over bijen, maar zelf ook zorgen voor extra aanwas van de bijenpopulatie.

V.l.n.r. Jaap Haanstra (STAF), Helma Lodders (VVD), Maurits von Martels (CDA), Frank Futselaar (SP), Attje Kuiken (voorzitter), Arne Weverling (VVD), Roelof Bisschop (SGP) en William Moorlag (PvdA).

380 bijensoorten onder de loep

Stichting Agri Facts bestudeerde alle bijen en hommels op de Nederlandse soortenlijst, het gaat om 380 verschillende soorten. De feiten over 380 soorten bijen en hommels zijn op 4 juni 2019 in de vorm van een petitie aangeboden aan leden van de Tweede Kamer. Hieronder de conlusies en aanbevelingen:

  • Van de 380 beschreven Nederlandse bijen- en hommelsoorten, hebben 112 soorten een toenemende trend in de afgelopen 15 jaar (2003 – 2018). En 75 soorten een sterk afnemende trend (afname van 50% of meer).
  • Het idee dat bijen- en hommelsoorten zijn verdwenen als gevolg van neonicotinoïden klopt niet. De datum waarop de laatste exemplaren van de soort werden gezien in Nederland, ligt voor bijna alle verdwenen soorten vóór de marktintroductie van de neonicotinoïden (1995). Voor twee soorten vlak erna.
  • Het idee dat bijen- en hommelsoorten in landbouwgebieden een afnemende trend zouden hebben, vanwege het gebruik van bestrijdingsmiddelen, klopt niet. Het zijn juist de bijensoorten van het platteland die de afgelopen decennia een toenemende trend laten zien. Dit geldt ook voor soorten in stedelijke gebieden.
  • Bijen- en hommelsoorten met een afnemende trend hebben veelal ‘natuur’ en ‘natuurgraslanden’ als leefgebied. In deze gebieden worden weinig bestrijdingsmiddelen toegepast.
  • Geen van de Nederlandse soorten bijen en hommels nestelt in bodems die in gebruik zijn bij de landbouw. Directe aanraking met neonicotinoïden moet dan ook worden uitgesloten.
  • Wilde bijen en hommels zijn (zeer) kieskeurig wat betreft de bloemen die zij bevliegen. Bloemrijke akkerranden en graskruidenmengsels die de biodiversiteit moeten stimuleren, kunnen van meerwaarde zijn als de samenstelling aansluit op de bloemvoorkeuren van de plaatselijke bijen- en hommelpopulaties. 
Deel via:

STAF biedt Tweede Kamer petitie aan over bijensterfte

Bijen en hommels doen het slecht in Nederland. Neonicotinoïden (nieuwe generatie gewasbeschermingsmiddelen tegen insectenvraat) worden gezien als een van de oorzaken. Klopt dat wel? Stichting Agri Facts ging op zoek naar de feiten en zal deze op 4 juni in de vorm van een petitie aanbieden aan landbouwwoordvoerders van de Tweede Kamerfracties. Op 6 juni staat een debat over gewasbeschermingsmiddelen op de Kameragenda.  

“Als het over bijensterfte gaat, worden alle bijen en hommels gemakshalve op één hoop geveegd. Terwijl het om 380 verschillende soorten gaat. Met 112 van die soorten blijkt het wél goed te gaan in Nederland”, stelt Jaap Haanstra, vice voorzitter van feitencheckorganisatie Stichting Agri Facts. STAF ging voor alle soorten stuk voor stuk na of er een relatie zou kunnen zijn tussen de trend en het gebruik van neonicotinoïden.

“De minister vergeet dat er in Nederland sprake is van Nederlandse bijen- en hommelsoorten, die leven onder Nederlandse omstandigheden (o.a. in landbouwgebied). Zij veegt deze op één hoop om die vervolgens te toetsen aan de internationale omstandigheden. En komt dan tot onjuiste conclusies.”

Aanbieden petitie en presentatie resultaten in Nieuwspoort

De petitie wordt op dinsdag 4 juni rond 13.45 uur aangeboden in de Statenpassage van de Tweede Kamer (perskaart vereist). Om 14.15 uur presenteert STAF het onderzoek aan geïnteresseerden in Nieuwspoort (naast de Tweede Kamer). De bijeenkomst is vrij toegankelijk en zal ongeveer een uur duren. Aanmelden wordt op prijs gesteld, dit kan via info@stichtingagrifacts.nl.

Deel via:

John Spithoven stopt met STAF

John Spithoven heeft het bestuur en de betrokkenen bij STAF gisteren laten weten zijn functie als voorzitter neer te leggen. John gaf al langer aan dat de toenemende hoeveelheid werk voor de feitencheckorganisatie nog maar moeilijk te combineren viel met zijn gezin, het melkveebedrijf en de diverse andere functies die hij heeft. Doordat STAF won aan bekendheid, ging de organisatie steeds meer van zijn tijd en inzet vragen. Het bestuur, de adviseurs en medewerkers vinden het bijzonder jammer dat John dit besluit heeft moeten nemen, maar respecteren het uiteraard. Het STAF-team dankt hem voor zijn grote en belangrijke bijdrage aan het oprichten en vormgeven van STAF.

Deel via:

Bijensterfte.nl duldt geen kritiek

De webmaster van Bijensterfte.nl, een website van de Universiteit Utrecht, duldt geen kritiek. Op kritiek van STAF wordt niet ingegaan, deze wordt weggezet als ‘karikaturaal’ en ‘stropopredenering’. Verder haalt de webmaster verschillende zaken erbij, maar het punt van kritiek van STAF blijft buiten beschouwing.

De wetenschappers achter Bijensterfte.nl geven aan nog nooit de stelling te hebben ingenomen dat wilde bijensoorten in Nederland zijn verdwenen door neonicotinoïden. STAF constateert dat die relatie op zijn minst wordt gesuggereerd bij het lezerspubliek van de website, door de wijze waarop Bijensterfte.nl de informatie presenteert. Het alarmbericht over o.a. het verdwijnen van wilde soorten wordt letterlijk geframed met twee links naar het probleem: neonicotinoïden en neonicotinoïden. Nu de webmaster van Bijensterfte.nl stelt dat nooit de stelling is ingenomen dat er een relatie ligt tussen de verdwenen wilde soorten en de neonicotinoïden, moet worden geconcludeerd dat het lezerspubliek hier op het verkeerde been wordt gezet.

Update 14 april 2019: De Universiteit Utrecht heeft STAF laten weten de website Bijensterfte.nl te hebben aangepast. In het frame over de alarmerende bijensterfte en het in hoog tempo verdwijnen van wilde bijensoorten, zijn de twee links naar de oorzaken, respectievelijk de neonicotinoïden en de neonicotinoïden, verwijderd. De Universiteit geeft als verklaring dat de links naar de oorzaken in het ‘bijenalarm’ voorheen periodiek wisselden. Sinds Bijensterfte.nl werkt met Twitter (2011), is dat niet meer gebeurd.

Deel via:

Verdwenen soorten al weg vóórdat beschuldigde middelen op markt kwamen

Volgens de Universiteit van Utrecht verdwijnen bijensoorten en hommels in hoog tempo als gevolg van de nieuwe generatie gewasbeschermingsmiddelen, de neonicotinoïden, die halverwege de jaren ’90 op de markt kwamen. Dit staat op de website Bijensterfte.nl. STAF Research heeft van alle soorten bijen en hommels die verdwenen zijn na het jaar 1900, de monitoringsdata bestudeerd. In totaal ging het om 46 soorten bijen en hommels. Op twee na, werden alle soorten voor het laatst gezien voordat de beschuldigde gewasbeschermingsmiddelen op de markt kwamen.

Het is onmogelijk dat gewasbeschermingsmiddelen al schade veroorzaken, voordat deze worden gebruikt. STAF heeft de Universiteit Utrecht verzocht de tekst op haar website te rectificeren.

Afgelopen week ondernam STAF ook al actie inzake het door de Provincie Gelderland gefinancierde onderzoek[1], waarbij bestrijdingsmiddelen in de landbouw in verband werd gebracht met de afname van weidevogels. In dit onderzoek lukte het onderzoekers Jelmer Buijs en Margriet Mantingh niet om een verband tussen bestrijdingsmiddelen en weidevogels hard te maken.

Te snelle conclusies op basis te weinig gegevens

Buijs en Mantingh stellen dat er een significant verband is tussen het aantal kevers in verse mest van koeien en de hoeveelheid insecticiden in het krachtvoer. Zij concluderen dat bij een dagelijkse consumptie van minder dan 25 microgram insecticide per koe per dag er een substantieel aantal Coleoptera-kevers in de mest werd gevonden. De steekproef (n = 20) is veel te klein, en de verschillen tussen de bedrijven te groot, voor het trekken van dergelijke conclusies. Op slechts één bedrijf werden relatief veel kevers aangetroffen (ruim 40% van alle kevers in dit onderzoek werd aangetroffen in mest uit één weiland). STAF verzoekt Buijs en Mantingh hun conclusies op dit punt te herzien.


[1] Een onderzoek naar mogelijke relaties tussen de afname van weidevogels en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op veehouderijbedrijven in Gelderland;  Jelmer Buijs, Buijs Agro-Services
Margriet Mantingh, WECF (Women Engage for a Common Future)

Deel via:

Voer en mest barsten helemaal niet van de bestrijdingsmiddelen

Onderzoekers Jelmer Buijs en Margriet Mantingh brachten enkele weken geleden al bevindingen van hun onderzoek naar buiten: voer en mest barsten van de bestrijdingsmiddelen, dat leidt tot minder mestkevers en insecten, en indirect tot minder weidevogels. STAF Research heeft het onderzoeksrapport[1], dat eind deze week officieel naar buiten komt, getoetst. STAF concludeert dat de hoeveelheden insectendodende middelen die Buijs en Mantingh aangetroffen in veevoeders ver onder de Europees vastgestelde limieten blijven. Verder toont het onderzoek geen causaal verband aan tussen bestrijdingsmiddelen en weidevogels. En het significante verband tussen insecticiden in krachtvoer en kevers in de mest, blijkt niet uit de toetsing van STAF.  

STAF liet de onderzoekers weten de gedane uitspraken te willen toetsen, maar het rapport was niet beschikbaar. STAF vindt een handelwijze waarbij bevindingen in overheidsgefinancierd onderzoek wel in de media worden gebracht, maar niet gecontroleerd mogen worden, verwerpelijk. STAF heeft hierover inmiddels vragen gesteld aan de Provincie Gelderland, financier van het onderzoek.

Buijs en Mantingh stellen dat ‘de lading bestrijdingsmiddelen vooral via krachtvoer de bedrijven binnenkomt…’ Uit toetsing van STAF blijkt dat de hoeveelheden insecticiden die de onderzoekers hebben aangetroffen, nergens de normen overschrijden. De meetwaarden blijven ver onder de maximale residu-limieten (MRL’s) zoals die door de Europese Commissie zijn vastgesteld. De MRL’s voor humane voeding en veevoer zijn identiek. De MRL’s van de Europese Commissie worden beschouwd als streng en goed wetenschappelijk onderbouwd, waarbij ook de milieu-impact is meegewogen.

Landbouwhuisdieren die veel bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen met het voer, zouden mest leveren waar kevers niet in kunnen (over)leven. De onderzoekers stellen dat in mest van landbouwhuisdieren die geen of schoon krachtvoer krijgen, significant meer mestkevers voorkomen. Getoetst is of er inderdaad sprake is van een significant verschil. Dit blijkt niet het geval.


[1] Een onderzoek naar mogelijke relaties tussen de afname van weidevogels en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op veehouderijbedrijven in Gelderland; Jelmer Buijs (Buijs Agro-Services) en Margriet Mantingh (Women Engage for a Common Future, WECF). Gefinancierd door: Provincie Gelderland, Buijs Agro-Services, Henk Tennekes ETS-Netherlands, WECF.

Toevoeging 8 april. Het rapport van Buijs en Mantingh is te downloaden van de website van WECF.

Deel via:

True Food Price Coalition zet website met vleesaantijgingen op zwart

De website van True Food Price Coalition staat inmiddels op zwart. De coalitie van een brede groep organisaties die zich ten doelt stelt de vleesconsumptie te ontmoedigen (met partners als Nationale Week Zonder Vlees, Triodos, Vegetariërsbond en Kipster), werd vorige week door STAF op de vingers getikt voor het verspreiden van een poster met foute cijfers over de ‘true price’ van vlees. Volgens de coalitie zou het verminderen van de vleesconsumptie veel milieuwinst opleveren. Een milieuwinst die, volgens Stichting Agri Facts, tot stand wordt gebracht door foutieve berekeningen.

True Food Price Coalition liet dit weekend aan Stichting Agri Facts weten verder te gaan onder de naam ‘Tappcoalitie’; de poster met foute cijfers over de ‘true price’ van vlees blijft (voorlopig) offline, aldus de coalitie.

Stichting Agri Facts heeft de milieuwinst-berekeningen van True Food Price Coalition gecontroleerd. In zijn berekeningen gaat de coalitie ervan uit dat consumenten wél het vlees schrappen van het menu, maar daarvoor in de plaats géén vegetarisch alternatief nuttigen. Met andere woorden: de consumenten gaan minder eten en worden in feite op dieet ‘gerekend’. Dit is geen realistische weergave van de praktijk meent STAF, consumenten die het vlees laten staan, zullen veelal voor een vervangend alternatief kiezen, bijvoorbeeld voor een vegetarisch product. In dat geval is de milieuwinst een stuk kleiner of verdwenen. Het waterverbruik neemt dan zelfs toe in plaats van af. Voor de productie van verantwoorde vegetarische vleesvervanging is meer water nodig dan voor de productie van vlees.

Onderzoek Nationale Week Zonder Vlees foutief geïnterpreteerd

Aan de basis van de foutieve cijfers ligt een verkeerde interpretatie van het onderzoeksrapport van bureau Blonk Consultants, dat in opdracht van de organisatie van de Nationale Week Zonder Vlees is opgesteld. Blonk Consultants vermeldt in zijn rapport twee opties voor de milieuwinst van ‘een week zonder vlees’:

  1. consumenten laten het vlees achterwege en compenseren dit op geen enkele wijze;
  2. consumenten schrappen vlees van hun menu en compenseren dit met een alternatief.

Zowel Nationale Week Zonder Vlees als de andere partijen binnen de True Food Price Coalition gaan ervan uit dat consumenten kiezen voor optie 1: geen vlees en geen vervangend alternatief (minder eten dus).

Deel via: