De Europese Commissie heeft vrijwel alle vervuiling van het Nederlandse oppervlaktewater, ongeacht de herkomst, bij de landbouw op de rekening gezet. Dit gebeurde in de zogenaamde landenrapportage over de Nitraatrichtlijn, die in het najaar van 2021 werd uitgebracht. Bij het grondwater gebeurde dit ook al. De Europese Commissie verwees hier naar Nederland, die had alleen metingen moeten aanleveren die relevant zijn voor de landbouw. Nederland stelde echter alle metingen te hebben aangeleverd – landbouw, stedelijk gebied en natuur – omdat de Europese Nitraatrapportage dit zou eisen.

De Nitraatrichtlijn beoogt de vervuiling van het grond- en oppervlaktewater vanuit agrarische bronnen tegen te gaan. Lidstaten zijn verplicht de waterkwaliteit te meten en de metingen aan te leveren bij de Europese Commissie. Op grond van die metingen stelt de Europese Commissie om de vier jaar vast in welke mate het water is vermest (eutroof), en of maatregelen in de landbouw voldoende effect hebben.

Figuur 1. Afbeelding uit de nitraatrapportage over Nederland. Zo’n 58 procent van de Nederlandse oppervlaktewateren is vermest (eutroof).

Bron: Report from the Commission to the council and the European Parliament on the implementation of Council Directive 91/676/EEC concerning the protection of
waters against pollution caused by nitrates from agricultural sources based on Member
State reports for the period 2016–2019.

STAF vroeg de locatie- en meetgegevens op, die ten grondslag liggen aan de EU-kaart. Zowel Deltares als de Europese Commissie verstrekten de dataset. STAF controleerde per meetlocatie in hoeverre het water wordt beïnvloed door de landbouw, rioolwaterzuivering, riooloverstort, watervogels en andere bronnen. Dit gebeurde aan de hand van de KRW-factsheets van de betreffende waterbeheerder. Ongeveer 20 procent van de meetlocaties heeft weinig tot niets met landbouw van doen. De metingen die Nederland inleverde over de periode 2016 – 2019, blijken ‘vervuild’ met metingen van stedelijk vuil (rioolwaterzuivering, riooloverstorten, industrie) en vogelplassen.

Vogelplassen

In de dataset komen we een aantal vogelplassen tegen. Het gaat onder meer over vogelplassen in natuurgebied, zoals: Oostvaardersplassen en Lepelaarplassen (Flevoland), Vogelplas Starrevaart (bij Den Haag) en een aantal duinmeren op onder meer Texel en langs de Noord-Hollandse kust. In het Noord-Hollandse duingebied Zwanenwater bijvoorbeeld, worden zeer hoge concentraties stikstofvervuiling gemeten. Waterbeheerder Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hierover: “Omdat het aantal vogels in het gebied groot is, vormen zij naar verwachting de belangrijkste bron. Een aalscholverkolonie zat voorheen bij de westelijke waterplas, maar de laatste jaren bij de oostelijke waterplas, waar ook ons meetpunt in ligt.” Meerdere vermeste vogelplassen zien we als ‘rode punten’ op de kaart (figuur 1), ondanks dat landbouw hier geen rol speelt.

Stedelijk gebied

In de dataset zitten talrijke meetlocaties die (mede) beïnvloed worden door lozingen van de rioolwaterzuivering (circa 20% van de punten), riooloverstorten (circa 15% van de punten) en andere bronnen dan landbouw. Bij het bepalen van de mate van vermesting zijn de gegevens van 708 waterlichamen aangeleverd in Brussel, waarbij er verder geen onderscheid is gemaakt naar landbouw-, stedelijke en natuurwateren.

De Europese Commissie is er zonder meer vanuit gegaan dat het in alle gevallen metingen betroffen in oppervlaktewateren die beïnvloed worden door de landbouw. Eerder zagen we hetzelfde bij de metingen in het grondwater. Het artikel ‘Landbouw ook aan de lat voor nitraat uit de stad’ verscheen in december 2022.

Dispuut tussen Den Haag en Brussel

Tweede Kamerlid Caroline Van der Plas (BBB) stelde vragen over het STAF-artikel van december 2022. Op 9 februari 2023 kwam landbouwminister Piet Adema met antwoorden, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Adema: “In het kader van de landenrapportage is een lidstaat verplicht om alle monitoringsdata die gebruikt zijn voor de nationale nitraatrapportage te uploaden naar de Europese Commissie. Hier heeft Nederland aan voldaan en deze dataset omvat ook de meetpunten uit de categorie natuur en overig.” Volgens Adema moeten lidstaten óók de gegevens over vervuiling uit stedelijke bronnen en natuurbronnen aanleveren voor de nitraatrapportage. Dit is opmerkelijk, aangezien de nitraatrapportage uitsluitend gaat over watervervuiling vanuit agrarische bronnen.

Eurocommissaris Virginijus Sinkevičius spreekt Adema tegen. Zijn woordvoerder antwoordde eerder op vragen van STAF dat het alleen gaat om metingen op locaties waar de landbouw significante invloed heeft. Sinkevičius bevestigt dit in maart nogmaals op vragen van Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP). Sinkevičius: “Het monitoringnetwerk heeft tot doel het effect van landbouwactiviteiten op de waterkwaliteit weer te geven. Lidstaten moeten meetpunten opnemen op plaatsen waar de landbouw aanzienlijk bijdraagt aan de gemelde situatie.”

Foto: Vogelplas Starrevaart bij Den Haag.

Deel via: