De vondst van de verboden bestrijdingsmiddelen dinoterb en fenchloorfos in Noord-Holland doet veel stof opwaaien. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) laat de herkomst van dinoterb onderzoeken. Voordat dit onderzoek in gang werd gezet, bracht HHNK al naar buiten dat de meetdata correct zijn. Dit is merkwaardig, aangezien de plotselinge hoge concentraties bestrijdingsmiddelen wel degelijk het gevolg lijken te zijn van foutieve meetdata. Bewijzen daarvoor stapelen zich op.    

Op veel plekken in Noord-Holland duikt op slechts één moment een relatief hoge concentratie bestrijdingsmiddel op. Daarvoor werd het middel niet gemeten. Erna ook niet meer. Neem bijvoorbeeld natuurplas het Zwanenwater in de duinen bij Callantsoog. Op 1 september 2022 werd een monster uit deze natuurplas onderzocht op bestrijdingsmiddelen. Er werd op die dag een relatief grote hoeveelheid van het verboden bestrijdingsmiddel dinoterb gemeten. Daarvoor was dinoterb nooit gemeten in deze natuurplas, daarna ook niet meer. Het watermonster van 1 september 2022 bevatte ook een hoge concentratie van het middel trichloorfon. Ook deze stof werd ervoor niet aangetroffen, evenmin erna. Terwijl de metingen vrijwel maandelijks plaatsvinden.   

Voor fipronil is er eenzelfde verhaal. Deze stof werd alleen op 6 juli 2022 gemeten, in een hoeveelheid die nooit eerder werd aangetroffen in Noord-Holland. Voor en na deze datum werd fipronil niet aangetoond.

De allerhoogste dinoterb-waarde werd gemeten op 15 december 2023, in een sloot bij Heemskerk nabij een waterwinning. De stof werd in de maanden ervoor niet aangetoond op deze plek. Het is nog even wachten op de metingen van 2024, wat die uitwijzen.

Eénmalige hoge meetuitkomsten? Iedere data-analist en statisticus slaat hierop meteen aan. Sterk afwijkende waarden moeten altijd worden verklaard. Bij HHNK gaan de alarmbellen echter niet af.

Overal vind je ‘uitbijters’

Het plotseling opdoemende en even snel verdwijnende bestrijdingsmiddelen-spook in het Zwanenwater staat niet op zich. Op veel meetlocaties en bij veel stoffen is er sprake van enkele zogenaamde ‘uitbijters’. Dit zijn sterk afwijkende meetuitslagen, die niet in lijn liggen met de verwachte meetwaarden (zie figuren onderaan dit artikel). Uitbijters wijzen meestal op fouten. Het kan gaan om fouten in de lab-analyse (een deel van de analyses mislukt) of in registraties (bijvoorbeeld een komma verkeerd intikken). Registratiesystemen zijn doorgaans uitgerust met een alarm. Wanneer er een sterk afwijkende waarde wordt ingevoerd, treedt de signalering in werking. Dit om te voorkomen dat foute meetwaarden in het systeem belanden. Het registratiesysteem voor meetuitslagen van chemische stoffen van HHNK lijkt niet te beschikken over zo’n alarm. Het invoeren van ‘uitbijters’ wordt niet opgemerkt.

HHNK bevestigt dit. “Op het reguliere monitoringsmeetnet voor oppervlaktewater zit geen automatische signalering. Dit is wel een wens van HHNK om te ontwikkelen, deze wordt zo spoedig mogelijk geïmplementeerd.” Hoe gaat waterschap HHNK om met ‘uitbijters’? Worden die wel gezien? Of gaan die zonder meer het registratiesysteem in? “Die zullen op dit moment niet worden opgemerkt en worden dus opgenomen in de registratie”, aldus de woordvoerder.

Veel ‘uitbijters’ bij dinoterb

Een check van alle hoge dinoterb-meetwaarden (>100 ng/l) laat zien dat het hier om louter uitbijters gaat. In 2022 en 2023 wordt in totaal op 11 locaties éénmalig een dergelijk relatief hoge waarde gemeten. Het gaat om allemaal verschillende locaties. Op bijna geen van de locaties werd eerder dinoterb vastgesteld, ook in de maanden erna werd de stof niet aangetoond. Op 9 locaties vond de bemonstering plaats op dezelfde dagen: 6 – 8 juli 2022. De andere twee locaties betreffen het Zwanenwater (september 2022) en Heemskerk (december 2022).

Wanneer er veel uitbijters zijn bij een middel, zou je verwachten dat dit gesignaleerd wordt. Dergelijke vreemde uitslagen-patronen wijzen in de richting van het laboratorium- en/of het registratiesysteem. Het bestuur van HHNK neemt de meetwaarden echter aan als een vaststaand gegeven.

HHNK: “meetdata kloppen”

Op 28 maart 2024 brengt hoogheemraad Jos Beemsterboer van HHNK naar buiten dat de meetdata correct zijn: “Uit validatie blijkt dat alle gerapporteerde analyseresultaten voor dinoterb voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen en correct zijn gerapporteerd.” Dit gebeurde nadat Agrifacts een aantal vragen had gesteld over de betrouwbaarheid van de meetdata. Daarin waren merkwaardige trendbreuken zichtbaar, die verklaard zouden kunnen worden vanuit laboratoriumfouten.

De verklaring van Beemsterboer bevreemdt om twee redenen. Het onderzoek naar het dinoterb-mysterie moet dan nog beginnen. Kennelijk is het niet de bedoeling dat de onderzoekers ook naar het laboratorium van HHNK kijken als mogelijke oorzaak van de plotseling oppoppende hoge meetwaarden, die even snel weer verdwijnen. Op de tweede plaats is er weinig voor nodig om te zien dat het hier om uitbijters gaat.

Volgens de woordvoerder van HHNK is er wel degelijk onderzoek gedaan naar de analyseresultaten. Er is geconcludeerd dat deze voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen en correct zijn gerapporteerd. Of Beemsterboer het laboratoriumwerk waarvoor hij verantwoordelijk is zelf heeft gecontroleerd, wordt niet duidelijk. Een buitenstaander het lab-werk laten beoordelen op uitbijters zou al aardig wat mysterieuze vondsten van bestrijdingsmiddelen kunnen ophelderen.


Correctie toegevoegd op 2 mei 2024: Onderzoekers van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) zeggen de dinoterb-meting in het Zwanenwater niet te hebben opgenomen in hun Bestrijdingsmiddelenatlas. “Na controle en feedback van HHNK, zitten in onze database voor meetpunt Zwanenwater geen waarden boven de rapportagegrens voor dinoterb”, aldus de onderzoekers. Agrifacts had naar buiten gebracht dat er geen controle op uitbijters zit bij de Bestrijdingsmiddelenatlas. Dit is onjuist, die controle is er wel. Alleen uitbijters die als incorrect worden bevestigd door de bronhouder kunnen gecorrigeerd worden.

Toevoeging door de auteur van dit artikel: De ‘vondst’ van dinoterb in het Zwanenwater is zowel door CML als HHNK als incorrect beoordeeld. CML heeft de meetwaarde in haar Bestrijdingsmiddelenatlas daarom opgenomen als ‘beneden de rapportagegrens’. HHNK paste deze correctie echter niet toe in haar registratiesysteem, daar is de incorrecte waarde blijven staan.


Figuur 1. Op 6 juli 2022 werd éénmalig een hoge concentratie fipronil aangetoond in natuurplas Zwanenwater. Een sterk afwijkende waarde is meestal het gevolg van een fout.

Figuur 2. Alleen op 1 september 2022 werd een piekwaarde dinoterb gemeten in het Zwanenwater. Ervoor en erna werd de stof niet aangetoond.

Figuur 3. Bij veel bestrijdingsmiddelen en op veel meetlocaties worden één of enkele uitbijters gezien in de meetdata. Op dit meetpunt werd op 11 november 2022 een hoge concentratie imidacloprid aangetoond.

Deel via: