Rekenmodel Aerius is dubbel ongeschikt voor het opkopen van piekbelasters nabij natuurgebieden. In 2020 constateerde het adviescollege Meten en Berekenen Stikstof al dat Aerius ongeschikt is voor het lokale stikstofbeleid van het kabinet. Dit vanwege de grote onzekerheden in de rekenuitkomsten op lokaal niveau. Nu blijken die onzekerheden nóg veel groter voor specifiek de piekbelasters. Dit is een van de uitkomsten van de nieuwste studie van onderzoekers Matt Briggs en Jaap Hanekamp[1]. Onlangs gaf het RIVM gegevens vrij van teststudies van het model (modelvalidaties). Die werden door Briggs en Hanekamp bestudeerd. Met Aerius valt onmogelijk hard te maken welke stikstofruimte vrijkomt op een natuurgebied, bij opkoop van een piekbelaster.

Johan Remkes adviseert het kabinet versneld 500 tot 600 piekbelasters aan te pakken. Remkes: “Deze ondernemingen zijn evidente piekbelasters, gelegen nabij kwetsbare Natura 2000-gebieden. Hun uitstoot moet teruggebracht worden naar bijna nul.” Remkes baseerde zich in zijn advies op een concept-analyse die het RIVM op zijn verzoek maakte[2]. In die analyse gaat het in hoge mate om piekbelasters van één individueel natuurgebied. Deze bedrijven zijn geselecteerd met rekenmodel Aerius. RIVM becijferde de stikstofwinst bij het weghalen van respectievelijk 1, 3, 5 en 7 bedrijven bij ieder kwetsbaar natuurgebied.

Opvallend is dat zowel Remkes als het RIVM zwijgen over de grote onzekerheid in hun Aerius-rekenwerk. Er wordt stug doorgerekend met de onrealistische en niet-bestaande precisie. Dit druist in tegen de bevindingen van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof (2020)[3]; die worden volledig genegeerd. Dit adviescollege concludeerde dat AERIUS niet geschikt is voor het huidige, gewenste kabinetsbeleid. Dit vanwege de veel te grote onzekerheden op lokale schaal.

Onzekerheden nog groter bij piekbelasters

Rekenmodellen die gebruikt worden voor beleid, moeten getest worden met metingen. Dat geldt ook voor OPS, de rekenkern van Aerius. Dergelijke testen vonden in het verleden plaats. Bijzonder is dat deze testen nooit openbaar werden gemaakt. Deze werden ook niet verstrekt aan het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof, toen zij op verzoek van toenmalig minister Schouten het Aerius-model beoordeelde. Middels een WOO-verzoek van boerenbestuurder Jan Cees Vogelaar kwamen die teststudies dit voorjaar op tafel. Die studies bevestigen dat OPS een hele grote onzekerheidsmarge kent, wat Aerius ongeschikt maakt voor het huidige kabinetsbeleid op locatieniveau.

Het RIVM stelde onlangs de onderliggende meet- en modeldata van de teststudies beschikbaar, op aanvraag van Briggs, Hanekamp en Rotgers. Die gegevens brachten nieuwe informatie aan het licht: de onzekerheid van het rekenmodel neemt toe, naarmate de lokale emissiebron groter is. Bij wat we tegenwoordig piekbelasters noemen, is die rekenonzekerheid dus nóg veel groter dan dat het Adviescollege heeft aangegeven. Dit houdt in dat Aerius onmogelijk kan aantonen hoeveel stikstof een ‘piekbelaster’ uitstoot op een natuurgebied.

Conclusie

Remkes adviseert een zekere hoeveelheid stikstofruimte vrij te spelen op locatieniveau, om te kunnen gebruiken voor andere doeleinden. Hiervoor wordt Aerius ingezet. De onzekerheden in de Aerius-berekeningen zijn echter zodanig groot, dat die berekende hoeveelheid onmogelijk hard gemaakt kan worden. Noch bij de inname van stikstof, noch bij de wederuitgifte ervan.


[1] Rebuttal On RIVM’s Critique Of Briggs et al; oktober 2022.

[2] Concept-analyse mogelijk effect piekbelasters; notitie RIVM; 30-9-’22.

[3] Meer meten, robuuster rekenen; Eindrapport van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof; 15 juni 2020

Deel via: