Nederland wil nieuwe doelen stellen voor de natuur. De vernieuwde landelijke doelen voor Natura 2000 werden op 9 april ter consultatie gelegd. In de voorstellen is ‘een goede staat van instandhouding’ concreet gemaakt. Echter, de vernieuwde Nederlandse doelen gaan fors verder dan de Europese richtlijnen. Het Europese doel voor 2030 is bijvoorbeeld het verbeteren van habitattypen met herstelmaatregelen voor minimaal 30% van het areaal. Nederland kiest voor een zwaarder doel en wil dat 70% van de habitattypen en soorten in 2030 al in een goede staat verkeert en dus aan de vernieuwde doelen voldoet.
“De vernieuwde natuurdoelen geven helderheid over hoeveel genoeg is in Nederland”, aldus het ministerie van LVVN. “Het vernieuwen en concreet maken van de doelen bakent de natuurambities voor habitattypen en soorten af tot wat nodig is om te voldoen aan internationale verplichtingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR)”. In dit artikel worden de vernieuwde Nederlandse natuurdoelen vergeleken met de Europese richtlijnen voor natuurherstel.
Nederland stelt veel hoger doel dan Europa
De vernieuwde Nederlandse doelen voor Natura 2000 gaan veel verder dan wat Europa vraagt. Europa eist dat de natuur niet verslechtert (Habitatrichtlijn) en dat er herstelmaatregelen worden genomen voor voortdurende verbetering (Verordening Natuurherstel). De Verordening Natuurherstel bevat een tijdpad. In 2030 moeten die herstelmaatregelen zijn genomen voor minimaal 30% van het areaal van de habitats die niet in een goede staat verkeren. Nederland gaat echter een flinke stap verder. De vernieuwde doelen voor Natura 2000 worden gekoppeld aan het Programma Natuur. Dit betekent dat 70% van de habitats en leefgebieden van soorten aan die vernieuwde doelen moet voldoen in 2030. Met andere woorden: 70% moet in 2030 al in de nieuwe goede staat van instandhouding zijn gebracht. Terwijl Europa tot 2050 ‘slechts’ stuurt op herstelmaatregelen en verbetering.
Waar het gaat om het nemen van herstelmaatregelen en het ombuigen van verslechtering naar verbetering, behoort Nederland tot de koplopers in Europa (zie afbeeldingen). Aan de Europese doelen voor 2030 wordt in hogere mate voldaan. Dat is niet meer het geval wanneer de vernieuwde Nederlandse doelen gaan gelden.


Nu ook N2000-doelen buiten N2000-gebieden
De vernieuwde landelijke doelen geven ook aan wat de minimale oppervlakte moet zijn van een habitattype. Voor het bepalen van die oppervlakte is gekeken naar de omvang van het habitattype in veelal 1950. Omdat binnen N2000-gebieden geregeld te weinig areaal is voor een habitattype, wordt nu ook buiten de Natura 2000-gebieden gekeken. Ook die habitats gaan meetellen voor een goede staat van instandhouding, als ook habitats die nog ontwikkeld gaan worden op bijvoorbeeld landbouwgrond. Of aan habitats buiten N2000 ook kritische depositiewaarden worden gekoppeld en of deze ook juridische consequenties gaan krijgen voor de omgeving, vermelden de ter consultatie gelegde documenten niet. In ieder geval gaat dit verder dan wat Europa vraagt. Bij het herstel van habitattypen legt Europa de prioriteit bij N2000-gebieden die na de aanwijzing van het gebied verdwenen dan wel verslechterd zijn. Verder streeft Europa naar een goede staat van instandhouding van habitats op Europees niveau. Nederland wil die goede staat van habitats en soorten binnen de grenzen van Nederland.
Uitzetten verdwenen soorten
Opmerkelijk is de vernieuwde toepassing voor ‘typische soorten’. Typische soorten worden gebruikt om de natuurkwaliteit te beoordelen, en om te meten of deze verbetert, stabiel blijft of verslechtert. Daartoe wordt gekeken of het totaal aan typische soorten in een gebied toeneemt of minder wordt. Europa stelt dat ‘typische soorten’ regelmatig en in een hoge mate van constantheid moeten voorkomen. Nederland wil nu dat ‘typische soorten’ niet bedreigd zijn. Dit betekent dat er gestuurd moet gaan worden op het in goede staat van instandhouding brengen van typische soorten. Dat voorspelt in Nederland een struikelblok te gaan worden. Nederland heeft op de lijst met circa 650 typische soorten namelijk nogal wat soorten gezet die al langer geleden uit Nederland verdwenen zijn of in Nederland zeer zeldzaam zijn. Verdwenen soorten in een goede staat van instandhouding brengen, betekent dat ze uitgezet moeten gaan worden. Dit vraagt Europa niet van lidstaten, nog los van het feit dat Nederland de Europese werkwijze voor het uitkiezen van en werken met typische soorten niet volgt.
Regeerprogramma kabinet
Het kabinet tekende in zijn Regeerprogramma op dat er geen nieuwe, nationale koppen op Europees beleid worden gezet. En dat bestaande koppen zoveel mogelijk worden geschrapt. De vernieuwde landelijke doelen voor Natura 2000 betekenen een reeks aan nieuwe Nederlandse koppen op Europees natuurbeleid.
Toegevoegd op 22 april, reactie van LVVN-staatssecretaris Jean Rummenie
Staatssecretaris Jean Rummenie laat in een reactie op Twitter weten dat dit kabinet heeft afgesproken in het hoofdlijnenakkoord om geen nationale koppen op Europees beleid te doen. 9 april is de internetconsultatie over vernieuwde landelijke doelen gestart. Iedereen kan tot 1 juni inbreng geven. Rummenie verwijst ook naar zijn Kamerbrief van 31 maart 2025. “Ik schreef dat de vernieuwde landelijke Natura 2000-doelen concreet en haalbaar worden en afgebakend tot een minimum dat nodig is om te voldoen aan Europese verplichtingen.”