Verdwenen soorten al weg vóórdat beschuldigde middelen op markt kwamen

Volgens de Universiteit van Utrecht verdwijnen bijensoorten en hommels in hoog tempo als gevolg van de nieuwe generatie gewasbeschermingsmiddelen, de neonicotinoïden, die halverwege de jaren ’90 op de markt kwamen. Dit staat op de website Bijensterfte.nl. STAF Research heeft van alle soorten bijen en hommels die verdwenen zijn na het jaar 1900, de monitoringsdata bestudeerd. In totaal ging het om 46 soorten bijen en hommels. Op twee na, werden alle soorten voor het laatst gezien voordat de beschuldigde gewasbeschermingsmiddelen op de markt kwamen.

Het is onmogelijk dat gewasbeschermingsmiddelen al schade veroorzaken, voordat deze worden gebruikt. STAF heeft de Universiteit Utrecht verzocht de tekst op haar website te rectificeren.

Afgelopen week ondernam STAF ook al actie inzake het door de Provincie Gelderland gefinancierde onderzoek[1], waarbij bestrijdingsmiddelen in de landbouw in verband werd gebracht met de afname van weidevogels. In dit onderzoek lukte het onderzoekers Jelmer Buijs en Margriet Mantingh niet om een verband tussen bestrijdingsmiddelen en weidevogels hard te maken.

Te snelle conclusies op basis te weinig gegevens

Buijs en Mantingh stellen dat er een significant verband is tussen het aantal kevers in verse mest van koeien en de hoeveelheid insecticiden in het krachtvoer. Zij concluderen dat bij een dagelijkse consumptie van minder dan 25 microgram insecticide per koe per dag er een substantieel aantal Coleoptera-kevers in de mest werd gevonden. De steekproef (n = 20) is veel te klein, en de verschillen tussen de bedrijven te groot, voor het trekken van dergelijke conclusies. Op slechts één bedrijf werden relatief veel kevers aangetroffen (ruim 40% van alle kevers in dit onderzoek werd aangetroffen in mest uit één weiland). STAF verzoekt Buijs en Mantingh hun conclusies op dit punt te herzien.


[1] Een onderzoek naar mogelijke relaties tussen de afname van weidevogels en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op veehouderijbedrijven in Gelderland;  Jelmer Buijs, Buijs Agro-Services
Margriet Mantingh, WECF (Women Engage for a Common Future)

Deel via:

Voer en mest barsten helemaal niet van de bestrijdingsmiddelen

Onderzoekers Jelmer Buijs en Margriet Mantingh brachten enkele weken geleden al bevindingen van hun onderzoek naar buiten: voer en mest barsten van de bestrijdingsmiddelen, dat leidt tot minder mestkevers en insecten, en indirect tot minder weidevogels. STAF Research heeft het onderzoeksrapport[1], dat eind deze week officieel naar buiten komt, getoetst. STAF concludeert dat de hoeveelheden insectendodende middelen die Buijs en Mantingh aangetroffen in veevoeders ver onder de Europees vastgestelde limieten blijven. Verder toont het onderzoek geen causaal verband aan tussen bestrijdingsmiddelen en weidevogels. En het significante verband tussen insecticiden in krachtvoer en kevers in de mest, blijkt niet uit de toetsing van STAF.  

STAF liet de onderzoekers weten de gedane uitspraken te willen toetsen, maar het rapport was niet beschikbaar. STAF vindt een handelwijze waarbij bevindingen in overheidsgefinancierd onderzoek wel in de media worden gebracht, maar niet gecontroleerd mogen worden, verwerpelijk. STAF heeft hierover inmiddels vragen gesteld aan de Provincie Gelderland, financier van het onderzoek.

Buijs en Mantingh stellen dat ‘de lading bestrijdingsmiddelen vooral via krachtvoer de bedrijven binnenkomt…’ Uit toetsing van STAF blijkt dat de hoeveelheden insecticiden die de onderzoekers hebben aangetroffen, nergens de normen overschrijden. De meetwaarden blijven ver onder de maximale residu-limieten (MRL’s) zoals die door de Europese Commissie zijn vastgesteld. De MRL’s voor humane voeding en veevoer zijn identiek. De MRL’s van de Europese Commissie worden beschouwd als streng en goed wetenschappelijk onderbouwd, waarbij ook de milieu-impact is meegewogen.

Landbouwhuisdieren die veel bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen met het voer, zouden mest leveren waar kevers niet in kunnen (over)leven. De onderzoekers stellen dat in mest van landbouwhuisdieren die geen of schoon krachtvoer krijgen, significant meer mestkevers voorkomen. Getoetst is of er inderdaad sprake is van een significant verschil. Dit blijkt niet het geval.


[1] Een onderzoek naar mogelijke relaties tussen de afname van weidevogels en de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op veehouderijbedrijven in Gelderland; Jelmer Buijs (Buijs Agro-Services) en Margriet Mantingh (Women Engage for a Common Future, WECF). Gefinancierd door: Provincie Gelderland, Buijs Agro-Services, Henk Tennekes ETS-Netherlands, WECF.

Toevoeging 8 april. Het rapport van Buijs en Mantingh is te downloaden van de website van WECF.

Deel via:

True Food Price Coalition zet website met vleesaantijgingen op zwart

De website van True Food Price Coalition staat inmiddels op zwart. De coalitie van een brede groep organisaties die zich ten doelt stelt de vleesconsumptie te ontmoedigen (met partners als Nationale Week Zonder Vlees, Triodos, Vegetariërsbond en Kipster), werd vorige week door STAF op de vingers getikt voor het verspreiden van een poster met foute cijfers over de ‘true price’ van vlees. Volgens de coalitie zou het verminderen van de vleesconsumptie veel milieuwinst opleveren. Een milieuwinst die, volgens Stichting Agri Facts, tot stand wordt gebracht door foutieve berekeningen.

True Food Price Coalition liet dit weekend aan Stichting Agri Facts weten verder te gaan onder de naam ‘Tappcoalitie’; de poster met foute cijfers over de ‘true price’ van vlees blijft (voorlopig) offline, aldus de coalitie.

Stichting Agri Facts heeft de milieuwinst-berekeningen van True Food Price Coalition gecontroleerd. In zijn berekeningen gaat de coalitie ervan uit dat consumenten wél het vlees schrappen van het menu, maar daarvoor in de plaats géén vegetarisch alternatief nuttigen. Met andere woorden: de consumenten gaan minder eten en worden in feite op dieet ‘gerekend’. Dit is geen realistische weergave van de praktijk meent STAF, consumenten die het vlees laten staan, zullen veelal voor een vervangend alternatief kiezen, bijvoorbeeld voor een vegetarisch product. In dat geval is de milieuwinst een stuk kleiner of verdwenen. Het waterverbruik neemt dan zelfs toe in plaats van af. Voor de productie van verantwoorde vegetarische vleesvervanging is meer water nodig dan voor de productie van vlees.

Onderzoek Nationale Week Zonder Vlees foutief geïnterpreteerd

Aan de basis van de foutieve cijfers ligt een verkeerde interpretatie van het onderzoeksrapport van bureau Blonk Consultants, dat in opdracht van de organisatie van de Nationale Week Zonder Vlees is opgesteld. Blonk Consultants vermeldt in zijn rapport twee opties voor de milieuwinst van ‘een week zonder vlees’:

  1. consumenten laten het vlees achterwege en compenseren dit op geen enkele wijze;
  2. consumenten schrappen vlees van hun menu en compenseren dit met een alternatief.

Zowel Nationale Week Zonder Vlees als de andere partijen binnen de True Food Price Coalition gaan ervan uit dat consumenten kiezen voor optie 1: geen vlees en geen vervangend alternatief (minder eten dus).

Deel via:

Nieuwe coalitie True Food Price grossiert in rekenfouten over vlees

De organisatie True Food Price Coalition, waarin onder meer Triodos Foundation, de Vegetariërsbond en Kipster participeren, grossiert in rekenfouten. Stichting Agri Facts constateert dat vrijwel alle cijfers op hun ’true price poster’ voor vlees niet kloppen. STAF verzoekt de organisatie de fouten publiekelijk te corrigeren.

Volgens de organisatie levert het duurder maken van vlees met 2 euro per kilo veel milieuvoordeel op. Er zal in dat geval 130 miljoen kilo vlees minder gegeten worden, wat 2000 miljoen kilo broeikasgassen bespaart, evenals 8000 olympische zwembaden met water en er is 1400 vierkante kilometer minder landbouwgrond nodig. Bron afbeelding: True Food Price Coalition.

STAF kan de berekeningen van de organisatie reproduceren met de milieu-impactcijfers van Blonk Consultants. Echter True Food Price Coalition past deze cijfers foutief toe. Waar Blonk Consultants uitkomt op een vleesconsumptie van ruim 40 kilo per volwassen Nederlander, slaat deze coalitie alle Nederlanders aan voor deze vleesconsumptie, ook babies, kinderen, vegetariërs en hoog bejaarden.

Ook gaat True Food Price Coalition ervan uit dat consumenten 18% van hun vlees laten staan, maar dit niet compenseren door andere producten. Met andere woorden: True Food Price Coalition zet heel Nederland massaal op dieet. Dit acht STAF niet realistisch en bezijden de praktijk. Als consumenten het vlees op hun menu compenseren met andere producten, daalt de milieu’winst’ in behoorlijke mate, qua waterverbruik is er zelfs sprake van milieu’verlies’. STAF verzoekt de coalitie zijn cijfers publiekelijk te corrigeren.

Deel via:

Jumbo Supermarkten maakt het te bont met aanprijzen vegetarische producten

Om zijn vleesvervangers te promoten, maakt Jumbo het wel erg bont. Vlees wordt door de supermarkt op Facebook weggezet als een product met een overdreven milieu-impact. Volgens Jumbo zou één dag geen vlees eten hetzelfde effect hebben als 1.250 km minder auto rijden. En één dag geen rundvlees eten zou evenveel water besparen als een maand lang niet douchen. Twee vergelijkingen die volledig mank gaan. Stichting Agri Facts komt in actie.

Eén dag vlees eten zou volgens Jumbo qua CO2-uitstoot gelijk staan aan een autorit van Amsterdam naar Zuid-Frankrijk (1.250 km). De wijze waarop Jumbo de veehouderij vergelijkt met het autoverkeer gaat echter volledig mank. In zijn berekening van de CO2-uitstoot van de autorit, telt Jumbo alleen de verbranding van de brandstof mee. Voor vlees beperkt Jumbo zich echter niet tot de directe uitstoot door het vee, maar hier wordt ook de uitstoot van de aanpalende bedrijvigheid meegeteld: de productie en verwerking van het veevoer, de verwerking van het product, het transport van grondstoffen en producten, de verwerking van de mest.

Volgens Jumbo zouden consumenten met één dag in de week geen rundvlees eten evenveel water besparen als met een maand lang niet douchen. Jumbo stelt tot deze conclusie te komen ‘na een grondige check van de NRC’. STAF constateert dat Jumbo de NRC niet gelezen of niet begrepen heeft. Het gaat vooral om regenwater dat op de landerijen valt. Het gaat hier ‘voor slechts een paar procent om drinkwater’, aldus NRC. Stichting Agri Facts onderschrijft het NRC-artikel. Eerder gingen waterbedrijf Vitens en de provincie Zuid-Holland hier ook al in de fout. Beide gingen over tot rectificatie.

Deel via:

Provincie Zuid-Holland rectificeert waterbesparing door ‘maandje vegetarisch’

De provincie Zuid-Holland heeft haar uiting over de drinkwaterbesparing die een ‘maandje vegetarisch’ zou opleveren, openlijk gerectificeerd. Via een mail aan STAF en een tweet op Twitter erkende de provincie haar fout. Volgens de provincie zouden bezoekers met een ‘maandje vegetarisch’ maar liefst 45.636 liter water besparen. Een bezoekster aan het provinciehuis in Den Haag trof op het toilet een poster aan, waarop de provincie adviezen gaf voor het besparen op drinkwater. De foto werd gedeeld met STAF.

Stichting Agri Facts verzocht de provincie Zuid-Holland deze fout in het openbaar te rectificeren, aangezien het waterverbruik in hoofdzaak regenwater betreft dat op de akkers en weilanden valt. Op regenwater kunnen burgers helemaal niet besparen. Vorige maand maakte waterbedrijf Vitens dezelfde fout. Ook Vitens ging over tot rectificatie.

De provincie was afgegaan op de zogenaamde ‘water footprint’-berekeningen voor landbouwproducten, zonder zich te realiseren dat deze ‘water footprint’ voor landbouwproducten in hoofdzaak regenwater betreft dat op de landerijen valt. En dus geen drinkwater waarop burgers kunnen besparen. De provincie gaf aan dat de poster inmiddels is verwijderd. Deze heeft kortdurend op het toilet van het provinciehuis gehangen.

Gevoel voor landbouwrealiteit ontbreekt

Stichting Agri Facts vindt het bijzonder zorgelijk dat vooraanstaande organisaties, zoals een overheid, niet in staat blijken te zijn om landbouwrapporten te lezen en daaruit correcte conclusies te trekken. De voedselproductie staat kennelijk zo ver af van organisaties, dat zij niet opmerken dat een zwembad vol water (ruim 45 duizend liter) besparen door een paar gehaktballen minder te nuttigen, een onrealistisch grote hoeveelheid is. Bij dit soort absurde getallen zou je verwachten dat er een belletje gaat rinkelen, maar dat doet het niet. “De Provincie Zuid-Holland wordt door de maatschappij beschouwd als een autoriteit; wanneer de overheid informatie publiekelijk maakt, wordt daar dan ook veel waarde aan gehecht. Wanneer het om foutieve informatie gaat, is dat schadelijk voor de landbouw”, aldus John Spithoven, voorzitter van STAF.

Deel via:

Waterbedrijf Vitens in de fout ‘dankzij’ Stichting Natuur & Milieu

Waterbedrijf Vitens heeft onmiddellijk het bericht ‘eet eens geen vlees’ van zijn publiekswebsite met waterbespaartips gehaald. Het waterbedrijf suggereerde dat de productie van rundvlees een echte waterverspiller is, de productie van één kilo rundvlees zou 15.000 liter water kosten. Vitens stelt dat de inhoud van de tekst op zijn website afkomstig was van de Stichting Natuur & Milieu.

Stichting Agri Facts verzocht waterbedrijf Vitens de misser recht te zetten. De opgevoerde 15.000 liter betreft de zogenaamde ‘water footprint’, waarin het regenwater dat op de weilanden en veldgewassen valt, een aandeel heeft van zo’n 85 tot 90 procent. Vitens suggereerde richting het publiek dat het om leidingwater zou gaan waarop burgers kunnen besparen. Op regenwater kunnen burgers natuurlijk helemaal niet besparen. Vitens kwam vandaag met een antwoord aan STAF: “Uw opmerking is terecht, lezers kunnen de conclusie trekken dat door het ‘niet eten van vlees’ drinkwater wordt bespaard. Hierop heeft Vitens, zoals wij in onze eerdere contacten al aangaven, direct actie ondernomen en deze tip van de website verwijderd.”

Vitens heeft zijn brief aan STAF openbaar gemaakt op zijn website.

Hoe is deze misleidende tekst in de Vitens-berichtgeving terecht gekomen? Zowel op schrift maar ook telefonisch geeft Vitens aan dat de inhoud van de tekst op zijn website afkomstig was van de Stichting Natuur & Milieu.

Deel via:

PBL geeft eindelijk toe dat halvering vleesconsumptie, leidt tot paar procent minder broeikasgassen

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is er eindelijk toe overgegaan om de werkelijke klimaatwinst die gepaard gaat met halvering van de consumptie van vlees, zuivel en eieren, op zijn website te benoemen. Halvering van de consumptie van dierlijke producten in heel Europa leidt tot een vermindering van broeikasgassen van 2 tot 4 procent, afhankelijk van de producten die men laat staan (kip, varken of rund). Aanvankelijk hield het PBL het publiek voor dat de klimaatwinst 25 tot 40 procent zou bedragen. Vorige maand stelde het PBL dit al enigszins bij, na actie van Stichting Agri Facts, maar noemde nog altijd niet het werkelijke klimaatvoordeel van het eten van minder vlees. Tot vandaag, nadat STAF deze week opnieuw in actie kwam.

Samenleving jarenlang op verkeerde been

Stichting Agri Facts is enerzijds blij met het bereikte resultaat en de relatief vlotte aanpassing van de cijfers door het PBL. Anderzijds ziet STAF ook de schadelijke gevolgen van deze grote onzorgvuldigheid van het PBL, door veel te hoge broeikasgascijfers voor vleesconsumptie naar buiten te brengen. John Spithoven, voorzitter van STAF: “Het maakt nogal wat uit of je politiek en samenleving voorhoudt dat halvering van de vleesconsumptie 25–40 procent òf 2–4 procent minder broeikasgassen oplevert. Aan cijfers van het PBL wordt door politiek en samenleving veel waarde gehecht, daarbij is het PBL door de Rijksoverheid aangewezen als rekenmeester voor de uitwerking van het Klimaatakkoord. Wij moeten er dan wel op kunnen vertrouwen dat óók de cijfers over de land- en tuinbouw zorgvuldig tot stand zijn gekomen en met diezelfde zorgvuldigheid zijn gerapporteerd. Dat was hier beslist niet het geval.”

Consumptie dierlijke producten in voorstellen Klimaatakkoord

Halvering van de vleesconsumptie wordt niet realistisch geacht. Het PBL adviseert het kabinet om binnen het huidige Klimaatakkoord aan te sturen op een vermindering van de consumptie van dierlijke eiwitten van 15 procent. In dat geval zal de klimaatwinst zo’n 0,5 tot 1 procent (minder broeikasgassen) zijn.

Deel via:

PBL gaat buitengewoon slordig om met feiten over vlees en klimaat

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) rapporteert buitengewoon slordig over de impact van het eten van vlees op het klimaat. Vorige maand stelde het PBL zijn eerder genoemde “forse klimaatwinst” die halvering van de vleesconsumptie zou opleveren, al naar beneden toe bij. Aanvankelijk werd de klimaatwinst door het PBL begroot op 25 tot 40 procent minder broeikasgassen. Het instituut meldt nu een percentage van 9. Dit gebeurde nadat de Stichting Agri Facts (STAF) het PBL had verzocht zijn foutieve berichtgeving te corrigeren. STAF had tevens aangegeven een juridische procedure te beginnen als de fout niet hersteld zou worden.

Irrelevantie cijfers opvoeren, relevante cijfers verzwijgen

STAF heeft het PBL vandaag opnieuw aangeklaagd, voor hardleersheid en volharding in het foutief informeren van politiek, stakeholders en media over de klimaatwinst bij halvering van de vleesconsumptie. De nu opgevoerde 9 procent betreft de klimaatwinst wanneer in Europa helemaal geen vlees en andere dierlijke producten meer worden gegeten en ook de akkerbouwproducten in de ban worden gedaan. Wederom geeft het PBL een onjuiste voorstelling van zaken door meerdere, in feite irrelevante, percentages op te voeren, maar de werkelijke klimaatwinst bij halvering van de vleesconsumptie onbenoemd te laten. Een werkwijze waarbij de feiten worden vertroebeld en verzwegen, is in strijd met de wetenschappelijke kwaliteit die het PBL conform zijn richtlijnen behoort na te streven.

STAF heeft het PBL vandaag verzocht per direct de correcte klimaatwinst te vermelden, die bereikt wordt bij halvering van de vleesconsumptie. Die valt relatief gemakkelijk af te leiden uit het internationale wetenschappelijke onderzoek waarop het PBL zich zegt te baseren. Deze bedraagt  2 tot 4 procent minder broeikasgassen, afhankelijk van wat men laat staan: kip, varkensvlees of rundvlees.

PBL schiet ernstig tekort in zijn rol van rekenmeester Klimaatakkoord

Het PBL vervult binnen de opstelling en uitwerking van het Klimaatakkoord de rollen van zowel leverancier van kennis als die van rekenmeester voor de Rijksoverheid. Daarbij hoort een transparante en correcte voorstelling van zaken. STAF constateert op basis van voorgaande dat het PBL ernstig tekort schiet in beide rollen, waar het de consumptie van vlees en andere dierlijke producten betreft. STAF heeft het PBL dringend verzocht de wetenschappelijke kwaliteit van zijn uitingen per omgaande op orde te brengen conform de eigen maatstaven voor kwaliteitsborging. 

Deel via:

STAF verzoekt PBL gekleurde berichtgeving over eten dierlijke producten in relatie tot het Klimaatakkoord te corrigeren

Stichting Agri Facts (STAF) heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vandaag verzocht de gekleurde berichtgeving over het Klimaatakkoord en broeikasgasuitstoot ten aanzien van de landbouw te corrigeren.

In zijn publicaties en berichtgeving stelt het PBL dat het eten van dierlijke producten een forse bijdrage levert aan het klimaatprobleem; het eten van minder vlees wordt gezien als een belangrijke oplossing voor het halen van de klimaatdoelen. Een dergelijke voorstelling van zaken is misleidend, aldus STAF. Krimp van de veehouderij heeft op het totale klimaatvraagstuk een zeer beperkt effect. Het is onjuist te suggereren dat het eten van minder dierlijke producten aanzienlijk bijdraagt aan het Klimaatakkoord.

Volgens het PBL levert het eten van minder vlees forse klimaatwinst op. Als alle inwoners van de Europese Unie de helft minder vlees, zuivel en eieren zouden eten, dan daalt de uitstoot van broeikasgassen met 25-40 %. In de recente PBL-rapporten Balans van de Leefomgeving (2018) en Analyse van het voorstel voor hoofdlijnen van het klimaatakkoord (2018) wordt de broeikasgassenuitstoot door de landbouw, met name de veehouderij, veelvuldig voorzien van subjectieve kwalificaties als ‘veel’, ‘aanzienlijk’ en ‘groot’.

Het PBL baseert zijn uitlatingen op een internationale wetenschappelijke studie in Global Environmental Change (2014), waar het PBL aan meewerkte. In deze studie is de impact van het eten van dierlijke producten doorgerekend voor het jaar 2004. De uitstoot van broeikasgassen in Europa bedroeg toen zo’n 5.000 megaton, terwijl het eten van de helft minder vlees hooguit een kleine 200 megaton klimaatwinst op zou leveren. Er is dus geen sprake van 25 tot 40 % minder broeikasgassen, maar hooguit 4 % klimaatwinst. Voor het Klimaatakkoord streeft het PBL echter geen 50 % lagere vleesconsumptie na, maar een reductie van circa 15 %. Dit komt neer op maximaal 1 tot 2 procent klimaatwinst. Krimp van de veehouderij heeft op het totale klimaatvraagstuk dan ook een zeer beperkt effect. Het is onjuist te suggereren dat het eten van minder dierlijke producten aanzienlijk bijdraagt aan het Klimaatakkoord.

Stichting Agri Facts (STAF) controleert publicaties op feiten en onjuistheden. STAF spreekt partijen die een onjuiste weergave van zaken geven daarop aan en verzoekt deze de publicatie te rectificeren. STAF zal daarvoor zo nodig een juridische procedure starten.

Deel via: