Toxicoloog zwaait met literatuur die geen bewijs levert
Urgenda en ‘haar’ emeritus-hoogleraar Martin van den Berg spelen een belangrijke rol in de huidige rechtszaken tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de lelieteelt. Omwonenden van een perceel met lelies spannen een kort geding aan tegen de boer en eisen een verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Die middelen zouden schadelijk zijn voor hun gezondheid. De rechtszaken worden financieel gesteund door Urgenda en inhoudelijk door Van den Berg. Van den Berg wijst op een reeks wetenschappelijke publicaties die zouden uitwijzen dat er risico is op neurotoxische effecten, specifiek bij (ongeboren) kinderen. Onderzoeker Jaap Hanekamp checkte alle publicaties waarmee gezwaaid werd. Hij constateert dat de uitspraken van Van den Berg niet worden gestaafd door ‘zijn’ publicaties. De rechter in Noord-Brabant bevestigt de bevindingen van Hanekamp.
Op 8 mei 2024 deed Rechtbank Limburg uitspraak in een leliezaak. Omwonenden hadden een verbod geëist op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt nabij hun woonwijk. Als onderbouwing hadden zij een notitie met literatuurlijst van emeritus hoogleraar Martin van den Berg voorgelegd aan de rechter. Ook werden de palmares van Van den Berg nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. De rechter ging volledig mee met Van den Berg. De rechtbank zette Van den Berg op het expert-voetstuk en spreekt in de uitspraak over “de verklaring van dr. M. van den Berg, emeritus professor in de Toxicologie.” De omwonenden wonnen de zaak, er kwam een verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de lelieteelt ter plaatse.
De rechtszaak in Noord-Brabant had een kopie moeten worden van die in Limburg. Maar werd dat niet. Ook hier hadden omwonenden een verbod geëist op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt nabij hun woonwijk. En ook hier was de notitie van Martin van den Berg ingebracht. De uitspraak was op 19 juli. De rechter was niet overtuigd door de notitie van Van den Berg en spreekt van “een opinie van deskundige M. van den Berg”, zonder vermelding van zijn staat van dienst. De Brabantse rechter had de kritiek van Jaap Hanekamp op de notitie van Van den Berg gelezen. En hechtte daar waarde aan. De grote hoeveelheid veelal buitenlandse literatuur die in de rechtszaak werd opgevoerd, ging over andere zaken. En niet over de mogelijke gezondheidseffecten van de gebruikte bestrijdingsmiddelen op de omwonenden.
Publicaties gaan alle over wat anders
Het gebeurt vaker, dat de autoriteitskaart wordt gespeeld. Een grote naam en een indrukwekkende lijst met wetenschappelijke publicaties moeten overtuigen. Terwijl die publicaties over wat anders gaan, dan wordt gesuggereerd. Hanekamp las alle wetenschappelijke publicaties die Van den Berg in de rechtszaken opvoerde. Het ging in de Limburgse en Brabantse zaak om dezelfde lijst. Hanekamp: “In deze rechtszaken gaat het over de effecten van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen op omwonenden. De studies waarnaar Martin van den Berg verwijst, gaan echter over de effecten van de middelen op proefdieren. Bij die proefdieren worden doses gebruikt, die minstens een factor miljoen boven de mogelijke blootstelling/doses bij mensen liggen. De dierproefresultaten zijn onmogelijk een-op-een te vertalen naar alledaagse menselijke omstandigheden.”
Naast de studies die Van den Berg inbracht, werden in de Brabantse rechtszaak epidemiologische studies opgevoerd, die onder andere gingen over middelen die al lang verboden zijn, zoals DDT. Het ging om een behoorlijke rij studies. Maar er zat geen enkele studie bij waaruit een verband blijkt tussen het gebruik van een middel en mogelijke schade voor omwonenden.
De rechter in Noord-Brabant ging mee met Hanekamp. In de uitspraak valt te lezen dat de rechter niet onder de indruk is van de reeks wetenschappelijke publicaties. ‘Een groot deel van de onderzoeken ziet niet op de gezondheidseffecten van de omwonenden en ze zijn veelal gedateerd en zien op middelen die al verboden zijn.’
Hanekamp benadrukt dat het belangrijk is om de rechter dit soort studies goed uit te leggen. “Je mag van een rechter niet verwachten dat hij snapt dat een dierproevenexperiment niet zomaar te vertalen is naar mogelijke effecten op omwonenden.” Hij adviseert lelietelers om de opgevoerde literatuur die als bewijs wordt ingediend bij de rechtbank, zorgvuldig te (laten) checken. Om er zeker van te zijn of die van toepassing is op de zaak.
Reactie Martin van den Berg
Agrifacts legt de kritiek van Hanekamp voor aan Martin van den Berg met het verzoek om een inhoudelijke reactie. Van den Berg laat weten niet op het verzoek te kunnen ingaan. “Ik ga tot de rechtszaak in hoger beroep niet in op de opmerkingen van de heer Hanekamp. Mijn deskundige oordeel is onderdeel van de juridische stukken die worden samengesteld door mr. Marijn Kingma. Tijdens de rechtszitting zal ik mogelijk in discussie treden met de heer Hanekamp, indien nodig.”
Volgens Jaap Hanekamp past de rechter in beide zaken het voorzorgsbeginsel verkeerd toe. Lees hierover meer in het STAF-blad van medio september 2024. De notitie van Hanekamp is hier te downloaden:
Foto: Shutterstock