Hoe bepaal je de natuurkwaliteit in een natuurgebied? En hoe bepaal je of er sprake is van verbetering en verslechtering van de natuur in dat gebied? Daarvoor bestaan handleidingen, opgesteld door de Europese Commissie en vertaald naar de Nederlandse wetgeving. Die handleidingen dateren van begin deze eeuw. In de nieuwste versies van de natuurbeheerplannen en de recente natuurdoelanalyses tekent zich echter een nieuwe werkwijze af. Provincies eisen meer dan de wetgeving vraagt. Er worden onder toeziend oog van de Ecologische Autoriteit provinciale koppen op de natuurwetgeving gezet.
STAF deed een data-analyse op enkele tientallen natuurdoelanalyses van provincies. Daaruit blijkt dat provincies andere systematieken hanteren voor het beoordelen van de natuurkwaliteit, dan de handleidingen voorschrijven. Die systematieken leiden tot bovenwettelijke eisen en doelen. Zo wordt onder meer een nieuwe maatlat toegepast, die in opdracht van BIJ12 (uitvoeringsorganisatie provincies) is opgesteld. Die maatlat blijkt echter nergens online te staan, en is ook niet bestuurlijk afgetikt. Volgens BIJ12 betreft het nog een ‘voorstel’ en werd die niet ingevoerd omdat er intern discussie over is. Bijzonder is dan, dat deze concept-maatlat tóch op grotere schaal wordt toegepast in de recente natuurdoelanalyses en nieuwste generatie natuurbeheerplannen.
Politiek en bestuurders staan buiten spel
Het artikel ‘Zeven keuzes waarbij politiek en bestuurders buiten spel staan – Ambtenaren en natuurbureaus zetten provinciale koppen op natuurbeleid’ is hier te downloaden:
Foto: Kraanvogels werden zonder meer toegevoegd als typische soort van het Dwingelderveld. Volgens Provincie Drenthe hebben ambtenaren de bevoegdheid zelf typische soorten toe te voegen (Foto: Shutterstock).